Oud-katholiek Nijmegen

Mei | Oorlog moet illegaal worden

“We zijn van mening dat vrede en het werken aan de vrede een onvervangbaar aspect van ons geloof is”, aldus de eerste zin van de ‘boodschap’ die de vredesconventie gisteren de wereld instuurde. Vrede als een gave en als een roeping. De conventie zet het groots aan, maar is desondanks niet naïef. Alle vredeswerk begint bij de vaststelling dat conflicten tot het menselijke verkeer behoren en dat ze vaak uitmonden in geweld. De conventie vond dan ook niet in het luchtledige plaats. Alle grote crisissen van de laatste zeventig jaren passeerden wel de revue. Indrukwekkende getuigenissen waren te beluisteren, van een overlevende van Hiroshima, tot de Dalits uit India of de Armeense aartsbisschop van Bagdad, mgr. Avak, en nog zoveel meer. Vastgesteld werd eveneens dat in sommige conflicten ook de kerken rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn. Soms zijn het de machthebbers die onbeschaamd gebruik maken van het geloof om het grijpen naar de wapens te legitimeren. Kerken laten dat soms gebeuren omdat ze niet anders durven, of – en dat is erger – omdat ze er zelf denken voordeel uit te halen. De slotboodschap stelt dan ook dat christenen medeplichtig zijn aan het geweld in de wereld.

Maar we hebben ook vooruitgang geboekt, ook dat behoort tot de vaststellingen. Tezamen met andere godsdiensten zijn we zover dat we ‘vrede’ als een kernwaarde van het geloof zijn gaan beschouwen. Nu kunnen alle gelovigen samen verklaren dat oorlog illegaal zou moeten worden verklaard. Meteen een concreet actiepunt. Christenen en kerken moeten elkaar op dit punt blijvend de weg wijzen door elkaar te inspireren, en  - waarom niet – elkaar ook te corrigeren. Op zijn eentje kan niemand instaan voor de eigen integriteit, er is teveel wat tot onzuiverheid kan verleiden. Maar er zijn gelukkig ook nog de bredere sociale bewegingen, zoals Amnesty International bijvoorbeeld, die zich inzetten voor het terugdringen van geweld en oorlog. Het zou een goede zaak zijn als kerken zich meer solidair zouden verklaren met de doelstellingen en de acties van deze bewegingen.

Geen vrede zonder gerechtigheid: vrede is altijd een ‘rechtvaardige vrede’ of het is geen vrede. Natuurlijk kan het al goed zijn om geweld terug te dringen ook al is het sociale onrecht daarmee nog niet opgelost, maar wapens zullen pas voorgoed zwijgen als ook dat laatste uit de wereld is geholpen. Op de kerken moet gerekend kunnen worden als het erom gaat onderdrukking en discriminatie, om welke reden dan ook, te bestrijden.
Hetzelfde is het geval voor de milieuproblematiek. “De milieucrisis in de grond een morele en spirituele crisis”, stelt de slotboodschap. Kerken willen daarom de regeringen oproepen om zich in te zetten voor het ontwikkelen van een ecologisch duurzame economie. Meteen brengt ons dit bij het bestrijden van de armoede. Het is een schandaal dat er zoveel geld naar bewapening gaat terwijl we het hard nodig hebben om de armoede tegen te gaan en alle mensen voldoende te eten te geven. Er moet een omslag komen in het economisch denken en handelen naar een economie waar de sociale verantwoordelijkheid de voornaamste toetssteen is.
“De geschiedenis herinnert ons eraan dat geweld de wil van God tegenspreekt en nooit conflicten kan oplossen”, aldus de boodschap. Daarom moeten we af van de doctrine van de ‘rechtvaardige oorlog’, waarmee je in feite geen weg op kunt. Integendeel moeten we een leer van de ‘rechtvaardige vrede’ ontwikkelen.

Rechtvaardigheid en vrede zijn door deze conventie opnieuw in het hart van de oecumenische beweging gezet. De inzet van de kerken voor rechtvaardigheid en vrede is inderdaad van aard om kerken met elkaar te verbinden, meer nog dan de theologische projecten die ze met elkaar ondernemen. Toch moet deze inzet van de kerken ook verder nog theologisch worden doorgedacht. Ook al zijn er reeds belangrijke aanzetten gegeven in de “Oproep tot rechtvaardige vrede” – het voorbereidend document voor de conventie (door de Raad van Kerken uitgegeven in het Nederlands in 2009) - blijft het een belangrijke opgave voor de toekomst. Met het project ‘Katholicisme en Globalisering’ dat wij als Unie van Utrecht samen met de Filippijnse Onafhankelijke Kerk en de Episcopaalse Kerk opgezet hebben, zijn we alvast aan die opdracht begonnen.  

Joris Vercammen

Kingston 25 mei 2011
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 27 mei 2011